Quick Start Guide


Vliegen met de: LX8000 versie 2.3 01-05-2010
worden, door vervolgens op de knop BAL te drukken kan de ballast ingesteld worden en als laatste
door op de knop BUGS te drukken kan het vervuilingspercentage van de vleugels ingesteld worden.
Draai de knop rechtsonder om de waardes met kleine stappen te veranderen, draai de knop
linksonder om grotere stappen te maken.
Ook is het aanbevolen om de instelling van veiligheidshoogte te controleren. Dit kan in het instellingen
scherm onder QNH en reserve.
2.1.5 Programmeren van een opdracht
Het wordt sterk aanbevolen om het programmeren van een opdracht op de grond, voor de start te
doen. Echter, het is mogelijk om gedurende de vlucht alle eigenschappen van de opdracht aan te
passen. Alleen op de grond is het declareren van een opdracht mogelijk.
T.o.v. de LX7007 is het niet mogelijk om handmatig een opdracht te declareren. Er is één
actieve opdracht welke automatisch gedeclareerd word bij het begin van de vlucht. De
opdracht kan altijd handmatig aangepast worden, maar dit veranderd niets aan de
declaratie in de IGC file.
Momenteel zijn er drie verschillende mogelijkheden van het programmeren van een opdracht. Andere
mogelijkheden komen beschikbaar bij updates.
Lees keerpunten en opdrachten die opgeslagen zijn in een bestand op de SD-kaart.
Laad een opdracht en pas deze aan.
Voer een opdracht handmatig in.
Het is erg belangrijk om de opdracht voor de start te controleren. Controleer keerpunten,
volgorde, afstand tussen punten, bearing en totale lengte. Controleer visueel de sectoren
en de geometrie in de kaart.
2.1.5.1 Assigned Area Task (AAT)
In feite is een AAT een snelheidsopdracht waarbij de opdracht afstand variabel is. De vlieger heeft
invloed op de opdracht geometrie door de grotere sectoren (assigned area’s). De vlieger beslist hoe
ver hij in elke sector vliegt om de beste gemiddelde snelheid te krijgen en niet eerder te finishen dan
de bepaalde opdrachttijd. Een AAT-opdracht heeft dezelfde structuur als een andere opdracht, en
daarom is de manier van invoeren ook hetzelfde. Het enige verschil is dat de sectoren een andere
grootte hebben welke in te stellen is door op de SECTOR knop te drukken.
Normaal zullen op een opdrachtformulier de sectoren worden gespecificeerd zoals ze ook in de
LX8000 ingevoerd kunnen worden. Een voorbeeld van een opdrachtformulier is weergegeven op de
voolgende pagina.