Operation Manual
GebruikershandleidingLX8000versie2.3
33
Doorgebruiktemakenvandeparametersishetmogelijkveelverschillendesectorente
maken.Angle12definieertdeoriëntatievandesector.Beschikbarerichtingenzijn:
• Symmetric:meeststandaardvoorkeerpunt.
• Fixed:wordtvaakgebruiktvoorassignedarea’s.
• Next:zaldesectorrichtinghetuitgaandebeenoriënteren.Wordtnormaalgebruikt
bijdestart.
• Previous:zaldesectorrichtinghetinkomendebeenoriënteren.Wordtnormaal
gebruiktvoordefinish.
• Start:oriënteertdesectorrichtinghetstartpunt.
Indiendeselectiebox“lijn”aangevinktiszaldesectoreenlijnworden.Radius1beschrijftde
straalvandelijn.Gebruikdeonderstetweedraaiknoppenomdittevergroten/verkleinen.
IndienlijnnietaangevinktiszalAngle1dehoekvandesectorbepalen.Eenwaardevan180°
betekenteenvolledigecirkelen45°betekenteenstandaardFAIsector.Draaiwederomaan
deonderstetweeknoppenomdehoekvandesectortevergroten/kleinen.
Angle2enRadius2wordengebruiktvoormeercomplexesetupvansectoren.
Bijhetveranderenvandeeigenschappenvandesectorenzaldesectorwelkeafgebeeld
staatookautomatischaangepastwordenaandenieuweeigenschappen.
SelecteerdeAATfunctieindienuvaneensectoreenassignedareawilmaken.Dezeoptie
wordtautomatischgeselecteerdindienRadius1groterisdan10km.
Gebruikeenschemaindienudestart,keerpuntenfinishsectorenineenkeeraanwilt
passen.
Beschikbareschema’szijn:
• 500mcilinderwordengebruiktvoorstart,keerpuntenfinishsectoren.
• FAIsectors,90°meteenstraalvan3kmsectorenwordenvoorstart,keerpunten
finishsectorengebruik.
• 500mandstartline.500mcilinderswordengebruiktvoordekeerpunten,voorde
startenfinishwordteenlijnvan1kmgebruikt.
• FAIandstartline,90°meteenstraalvan3kmsectorwordtvoorkeerpuntsectoren
gebruik,voordestartenfinishwordteenlijnvan1kmgebruikt.