Operation Manual
124
• Zet de maaimessen stil als de grasmaaier
moet worden gekanteld voor het trans-
port over andere oppervlakken dan gras
en als de grasmaaier van en naar het te
maaien oppervlak wordt verplaatst.
• Gebruik de grasmaaier nooit met bescha-
digde veiligheidsinrichtingen of -roosters
of zonder aangebouwde veiligheidsin-
richtingen, bijv. stootplaten en/of grasop-
vanginrichtingen.
• De aanzetschakelaar voorzichtig starten
of bedienen, in overeenstemming met de
instructies van de fabrikant. Houd de
voeten voldoende verwijderd van het
maaimes.
• Bij het starten of aanzetten van de motor
mag de grasmaaier niet worden gekan-
teld, tenzij de grasmaaier bij de handeling
moet worden opgetild. In dit geval kantelt
u hem slechts zo ver als absoluut nood-
zakelijk is en tilt u enkel de van de gebrui-
ker afgewende zijde op.
• Start de motor niet als u voor het uitwerp-
kanaal staat.
• Plaats nooit handen of voeten op of
onder draaiende onderdelen. Houd altijd
voldoende afstand van de uitwerpope-
ning.
• Een grasmaaier met draaiende motor
mag nooit worden gedragen of opgetild.
• Zet de motor af en trek de stekker uit het
stopcontact. Verzeker dat alle bewe-
gende delen volledig tot stilstand zijn
gekomen.
– telkens als u de grasmaaier verlaat;
– vooraleer u blokkeringen of verstoppin-
gen in het uitwerpkanaal verhelpt;
– vooraleer u de grasmaaier controleert
of reinigt of er werkzaamheden op uit-
voert;
– als er een vreemd voorwerp werd aan-
getroffen.
• Zoek op de grasmaaier naar beschadi-
gingen en voer de vereiste herstellingen
uit vooraleer u de grasmaaier opnieuw
start en gebruikt.
• Als de grasmaaier buitengewoon sterk
begint te trillen, is er een onmiddellijke
controle vereist.
– zoek naar beschadigingen;
– voer de vereiste herstelling van de
beschadigde delen uit;
– zorg ervoor dat alle moeren, bouten en
schroeven vast zijn aangetrokken.
Onderhoud en opslag
• Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en
schroeven vast zijn aangetrokken en dat
het toestel zich in een veilige werktoe-
stand bevindt.
• Controleer de grasopvanginrichting
regelmatig op slijtage en op een correct
werking.
• Om veiligheidsredenen moet u versleten
of beschadigde delen vervangen.
• Let er bij machines met meerdere maai-
messen op dat de beweging van een
maaimes tot rotatie van de andere maai-
messen kan leiden.
• Let er bij het instellen van de machine op
dat er geen vingers tussen de bewe-
gende maaimessen en vaststaande delen
van de machine worden gekneld.
• Laat de motor afkoelen vooraleer u de
machine opbergt.
• Let er bij het onderhoud van de maaimes-
sen op dat, zelfs wanneer de spannings-
bron is uitgeschakeld, de maaimessen
bewogen kunnen worden.
• Om veiligheidsredenen moet u versleten
of beschadigde delen vervangen.
Gebruik uitsluitend originele vervang-
stukken en toebehoren.
De in Zwitserland verkochte variant van het
apparaat mag uitsluitend in Zwitserland wor-
den gebruikt, omdat deze voorzien is van een
Zwitserse stekker.
U herkent de variant aan het artikelnummer
op het apparaat (de handleiding bevat altijd
alle artikelnummers):
• Artikelnummer Zwitserland: 468 449,
468 604
• Artikelnummer andere EU-landen:
106 542, 106 543, 106 544, 106 545
Overzicht van het toestel
► P. 3, punt 1
1. Bovenste draagbeugel
2. Inschakelbeugel
3. Snelspanner
4. Hendel (voor de instelling van de maai-
hoogte)
5. Looprand links
GEVAAR! Levensgevaar door elek-
trische schokken! Het gebruik van
deze variant buiten Zwitserland is om
veiligheidsredenen niet toegestaan,
er bestaat gevaar voor een elektri-
sche schok c.q. brandgevaar.
NL
Rasenmaeher_106542_106543_106544_106545_468449_468604.book Seite 124 Donnerstag, 10. November 2016 1:57 13