Operation Manual

56
Bijlage B - Woordenlijst
Versterker
Anamorfotische
weergaven
Hoogte-
breedteverhouding
A/V-schakelaar
DLP® (Digital Light
Processing)
Dvd-recorder (DVR)
HDTV (High Definition
Television)
Lichtcontroller
Minisysteem
NTSC
(National Television
System(s) Committee)
Uitvoerapparaat
Een stereocomponent die naar speakers uitvoert en de versterking of het
niveau van een geluidssignaal verhoogt. Een versterker omvat meestal
geen radio.
Ook wel 'Geschikt voor breedbeeld' of 'Geschikt voor 16:9' genoemd.
Het proces waarbij een 16:9-beeld horizontaal tot een 4:3-ruimte wordt
verkleind om beelden tussen de hoogte-breedteverhoudingen van
breedbeeld en normale televisie te converteren. Wordt op vele dvd's
gebruikt.
De verhouding tussen beeldbreedte en beeldhoogte. De verhoudingen
van films zijn meestal 1.85:1 en 2.35:1. Televisieschermen zijn meestal
1.33:1 (ook wel bekend als 4:3). HDTV is 1.78:1, ofwel 16:9.
Een apparaat met meerdere audio- en videobroningangen dat het signaal
van een geselecteerde audio-/videobroningang naar een uitvoerapparaat
verzendt, zoals speakers of een tv.
Projectorschermtechnologie die afzonderlijk bestuurde, piepkleine
spiegels (microspiegels) gebruikt om een beeld te produceren.
Oorspronkelijk ontwikkeld door Texas Instruments.
Een standalone-eenheid die qua uiterlijk en functionaliteit veel van
een VCR wegheeft. Net zoals een VCR hebben alle dvd-recorders AV-
broningangen. Ze kunnen ook tv-programma's opnemen.
De hoge-resolutievorm van televisie. HDTV heeft 1125 resolutielijnen,
ofwel meer dan vijf keer zo veel video-informatie als een televisie, wat
voor een veel scherper, gedetailleerder beeld zorgt.
Een apparaat dat met een set lampen verbonden is, en waarmee de
lampen op afstand aan-/uitgezet of gedimd kunnen worden.
Eén eenheid die een tv en een dvd-speler of VCR, of een radio en een
versterker combineert.
De standaardindeling voor video-uitzending die in Noord-Amerika
gebruikt wordt.
Een apparaat dat het geluid of beeld produceert, bijvoorbeeld een tv of
speakers.