Operation Manual
32
Bijlage B - Woordenlijst
Versterker Een stereocomponent die naar speakers uitvoert en de versterking of
het niveau van een geluidssignaal verhoogt. Een versterker omvat meestal
geen radio.
Anamorfotische
weergaven
Ook wel 'Geschikt voor breedbeeld' of 'Geschikt voor 16:9' genoemd. Het
proces waarbij een 16:9-beeld horizontaal tot een 4:3-ruimte wordt verkleind
om beelden tussen de hoogte-breedteverhoudingen van breedbeeld en
normale televisie te converteren.
Wordt op vele dvd's gebruikt.
Hoogte-
breedteverhouding
De verhouding tussen beeldbreedte en beeldhoogte. De verhoudingen van
films zijn meestal 1.85:1 en 2.35:1. Televisieschermen zijn meestal 1.33:1
(ook wel bekend als 4:3). HDTV is 1.78:1, ofwel 16:9.
A/V-schakelaar Een apparaat met meerdere audio- en videobroningangen dat het signaal
van een geselecteerde audio-/videobroningang naar een uitvoerapparaat
verzendt, zoals speakers of een tv.
DLP
®
(Digital Light
Processing)
Projectorschermtechnologie die afzonderlijk bestuurde, piepkleine spiegels
(microspiegels) gebruikt om een beeld te produceren. Oorspronkelijk
ontwikkeld door Texas Instruments.
Dvd-recorder (DVR) Een standalone-eenheid die qua uiterlijk en functionaliteit veel van een VCR
wegheeft. Net zoals een VCR hebben alle dvd-recorders AV-broningangen en
kunnen ze tv-programma's opnemen.
HDTV (High
Definition
Television)
De hoge-resolutievorm van televisie. HDTV heeft 1125 resolutielijnen, ofwel
meer dan vijf keer zo veel video-informatie als een televisie, wat voor een veel
scherper, gedetailleerder beeld zorgt.
Lichtcontroller Een apparaat dat met een set lampen verbonden is, en waarmee de lampen
op afstand aan-/uitgezet of gedimd kunnen worden.










