Operation Manual
11
Deelvenster snelkoppelingen: Schuif in het beginscherm de statusbalk naar beneden (de
zone met het uur, het wifi-icoontje en het batterij-icoontje). Selecteer een sneltoetskeuze. U
kunt de toestand van het toestel weergeven en de volgende opties gebruiken:
Toetsenbord: Voer tekst in door op de alfanumerieke toetsen van het
azertytoetsenbord te drukken:
1
Wisselen tussen hoofdletters en kleine letters
2
Wisselen tussen ABC/numeriek en symbolen
3
Toetsenbordinstellingen
4
Invoer wissen
Wifi inschakelen
Schuif in de instellingen de balk naar JA om de wifi te activeren. Het toestel zoekt automatisch de
beschikbare wifi-netwerken. Klik op het netwerk van uw keuze om het te activeren en een verbinding
te maken.
Voer in het wachtwoordveld de WEP- of WPA2 PSK-sleutel in, die zich bijvoorbeeld op het etiket aan
de achterkant van uw modem (of box) bevindt, en bevestig.
Het icoontje verschijnt in de systeembalk wanneer u verbonden bent met een draadloos netwerk of
wanneer het toestel draadloze netwerken vindt.
Opmerking: Gelieve uw tablet weer op te starten indien nodig.
1
2
3
4
1
Eigenaar: Geeft de actieve gebruikerssesie aan.
Helderheid: Om de helderheid van het scherm in te stellen.
Instellingen: Om naar het menu Instellingen te gaan.
Wifi: Om de draadloze wifi-verbinding in of uit te
schakelen.
Automatisch draaien van het scherm: Om het automatisch
draaien van het scherm in of uit te schakelen.
Toestand van de batterij
Vliegtuigmodus: Sluit alle netwerken af.
Meldingszone: Schuif in het beginscherm de
statusbalk naar beneden. U kunt eventuele
meldingen bekijken: