Operation Manual

Reference ID 40-55 - 28 -
Gebruiksaanwijzing
Instelmogelijkheden voor de satellietinstallatie
(andere centrale antenne):
5634Satelliet selecteren.
Sluit de stap af (zie voor Navigatie pagina 16).
5634 Instellingen selecteren en aanpassen.
OK Instellingen overnemen.
LNC-
frequentie
Normaal hoeft u de waarde voor High- en Low-Band
niet te wijzigen, tenzij de LNC (LNB) van uw satel-
lietinstallatie een afwijkende oscillatorfrequentie
gebruikt (belangrijk voor de frequentie-indicatie).
Voedings-
spanning
Wanneer uw toestel is aangesloten op een éénkabe-
linstallatie zonder externe voeding kunt u de anten-
nevoeding (13 V of 18 V/max. 500 mA) inschakelen.
Sluit de stap af (zie voor Navigatie pagina 16).
(Ga verder naar Instelmogelijkheden voor alle
ontvangsttypes op pagina 30).
Türksat 42°E Eutelsat W2 16°E Atlantic Bird3 5°W
Hellas Sat2 39°E Hot Bird 13°E Telecom2C 5°W
Eutelsat W4 36°E Eurobird 9A 9°E Nilesat 7°W
Eurobird1 28,5°E Eutelsat W3A 7°E Atlantic Bird2 8°W
ASTRA2 28,2°E Sirius2/3 5°E Telecom2D 8°E
ASTRA3 23,5°E Thor2/3 0,8°W Atlantic Bird1 12,5°W
ASTRA1 19,2°E Intelsat10-02 1°W Telestart12 12,5°W
Satelliet selecteren
Gelieve hier aan te geven welke satelliet u ontvangt.
Terug met Verder met
Enkele
satelliet
selecteren
Gelieve aan te geven, met welke oscillatorfrequentie uw LMC werkt.
Wanneer uw apparaat is aangesloten op een SCD of een externe voedingsbron, kunt u met
"13V" of "18V" de antennespanning (13 of 18V/ max. 350 mA) inschakelen.
Opmerking: De nieuwe gekozen parameter moet bevestigd worden met de knop .
LNC-frequentie, netspanning
ASTRA1 19,2°E low band 9750 MHz 10000 MHz 10200 MHz 10600 MHz
Voedingsspanning uit 13V 18V
OK
Terug met Verder met
LNC-
frequenties
n
Eerste ingebruikname