Certifications 2

Veiligheidsinformatieblad volgens verordening (EG) nr. 1907/2006, bijlage II
Herziening op / versie: 23.06.2021 / 0015
Vervangt versie van / versie: 26.02.2019 / 0014
Geldig vanaf: 23.06.2021
Afdrukdatum PDF: 23.06.2021
Hydrostoessel Additiv
Verontreinigde, doordrenkte kledingstukken meteen verwijderen, met veel water en zeep grondig wassen, bij huidirritatie (rood worden etc.),
een arts raadplegen.
Oogcontact
Kontaktlenzen uitnemen.
Enkele min. met overvloedig water spoelen (oogdouche), indien nodig arts raadplegen.
Inslikken
Mond goed spoelen met water.
Geen braken opwekken, meteen arts raadplegen.
4.2 Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten
Indien van toepassing zijn vertraagd optredende symptomen en effecten te vinden in sectie 11 of bij de opnamekanalen onder sectie 4.1.
In bepaalde gevallen is het mogelijk dat de vergiftigingsverschijnselen zich pas na lange tijd / na enkele uren voordoen.
Bij langer contact:
Product is ontvettend.
Uitdroging van de huid.
Dermatitis (huidontsteking)
4.3 Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling
Symptomatische behandeling.
RUBRIEK 5: Brandbestrijdingsmaatregelen
5.1 Blusmiddelen
Geschikte blusmiddelen
Waterstraal/schuim/CO2/bluspoeder
Ongeschikte blusmiddelen
Harde waterstraal
5.2 Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt
Bij brand kunnen onstaan:
Kooloxides
Toxische pyrolyseproducten.
Heet product ontwikkelt brandbare dampen.
5.3 Advies voor brandweerlieden
Apparaat voor ademhalingsbescherming onafhankelijk van de omgevingslucht.
Al naargelang de grootte van de brand
Evt. volledige bescherming.
Bedreigde vaten met water koelen.
Gecontamineerd bluswater verwerken conform de voorschriften van overheidswege.
RUBRIEK 6: Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel
6.1 Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermingsmiddelen en noodprocedures
Voor voldoende ventilatie zorgen.
Olienevelvorming vermijden.
Ontstekingsbronnen verwijderen, niet roken.
Contact met de ogen en met de huid vermijden.
Rekening houden met evt. uitglijgevaar.
6.2 Milieuvoorzorgsmaatregelen
Bij ontsnapping van grotere hoeveelheden indammen.
Lek dichten wanneer dit zonder gevaren kan.
Afval niet in de gootsteen werpen.
Indringen in oppervlakte- en grondwater en in de grond vermijden.
Bij lozen in het riool door een ongeval verantwoordelijke instanties informeren.
6.3 Insluitings- en reinigingsmethoden en -materiaal
Met vochtbindend materiaal (bijv. universeel bindmiddel, zand, kiezelgoer, zaagmeel) opnemen en volgens rubriek 13 als afval verwijderen.
Niet met water of waterige reinigingsmiddelen wegspoelen.
6.4 Verwijzing naar andere rubrieken
Persoonlijke beschermingsmiddelen zie rubriek 8 evenals aanbevelingen voor de afvalverwerking zie rubriek 13.
RUBRIEK 7: Hantering en opslag
Blz. 3 van 11