Operation Manual
24
Advanced Wireless-N router
Linksys E2000 Hoofdstuk 2: Geavanceerde configuratie
Allow Users to Disable Internet Access (Gebruikers
mogen internettoegang uitschakelen) Selecteer Enabled
(Ingeschakeld) als u de mogelijkheid wilt hebben om geen
internetverbinding toe te staan. In alle andere gevallen kiest u
voor de standaardinstelling Disabled (Uitgeschakeld).
Back-up en herstel
Backup Configurations (Back-up van configuraties maken)
Klik op deze optie en volg de aanwijzingen op het scherm om
een back-up te maken van de routerconfiguratie.
Restore Configurations (Configuraties herstellen) Klik op
deze optie en volg de aanwijzingen op het scherm om de
configuratie-instellingen van de router te herstellen. (U dient van
tevoren een back-up te hebben gemaakt van de configuratie-
instellingen van de router.)
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen
door te voeren of klik op Cancel Changes (Wijzigingen
annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Administration (Administratie) > Log
(Logboek)
De router kan logboeken van al het verkeer van uw
internetverbinding bijhouden.
Administration (Administratie) > Log (Logboek)
Logboek
Log (Logboek) Als u de logboekfunctie wilt uitschakelen,
selecteert u Disabled (Uitgeschakeld). Houd de
standaardinstelling Enabled (Ingeschakeld) aan als u toezicht
wilt houden op het verkeer tussen het netwerk en internet.
Als u de logboekfunctie hebt ingeschakeld, kunt u tijdelijke
logboeken weergeven.
View Log (Logboek weergeven) Klik op View Log (Logboek
weergeven) om de logboeken te bekijken.
Administration (Administratie) > Log (Logboek) > View Log (Logboek
weergeven)
Logboek
• Type Selecteer Incoming Log (Logboek inkomend
verkeer), Outgoing Log (Logboek uitgaand verkeer),
Security Log (Beveiligingslogboek) of DHCP Client Log
(DHCP-clientlogboek).
• <Type> Log (<Type> logboek) In het Incoming Log (Logboek
inkomend verkeer) wordt een tijdelijk logboek weergegeven
van de bron-IP-adressen en de doelpoortnummers voor
het binnenkomende internetverkeer. In het Outgoing Log
(Logboek uitgaand verkeer) wordt een tijdelijk logboek
weergegeven van de lokale IP-adressen, doel-URL's of IP-
adressen en de service/poortnummers voor het uitgaande
internetverkeer. In het Security log (Beveiligingslogboek)
worden de aanmeldgegevens voor het browsergebaseerde
hulpprogramma weergegeven. In het DHCP Client Log
(Logboek DHCP-client) vindt u de statusgegevens van de
DHCP-server van het LAN.
Klik op Save the Log (Logboek opslaan) om deze informatie
op te slaan in een bestand op de vaste schijf van uw
computer. Klik op Refresh (Vernieuwen) om de gegevens
te vernieuwen. Klik op Clear (Wissen) om alle weergegeven
informatie te wissen.
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen
door te voeren of klik op Cancel Changes (Wijzigingen
annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Administration (Administratie) >
Diagnostics (Diagnostische gegevens)
Met de diagnostische tests (Ping en Traceroute) kunt u de
verbindingen van de netwerkapparatuur controleren, met
inbegrip van de internetverbinding. Met dit scherm kunt u de
router ook opnieuw instellen (resetten).
Administration (Administratie) > Diagnostics (Diagnostische gegevens)
Diagnostische gegevens
Ping-test
Met Ping wordt de status van een verbinding getest.
IP or URL Address (IP- of URL-adres) Voer het adres in van de
computer, het apparaat of de website waarvan u de verbinding
wilt testen.
Packet Size (Pakketgrootte) Voer de pakketgrootte in die u wilt
gebruiken. De standaardinstelling is 32 bytes.
Times to Ping (Aantal keer pingen) Geef op hoe vaak u de
verbinding wilt testen. De standaardinstelling is 5.