Quick Start Guide
Limieten aan een som/integraal toevoegen
De opdrachten sum en integral kunnen de parameters from en to opnemen, als u respectievelijk de
onder- en/of bovengrens wilt instellen. De parameters from en to kunnen alleen of gezamenlijk
worden gebruikt, zoals in de volgende voorbeelden wordt getoond. Voor meer informatie over de
opdrachten sum en integral, zie de Handleiding voor Math.
Voorbeelden
sum from k = 1 to n a_k geeft als resultaat
∑
k=1
n
a
k
int from 0 to x f(t) dt geeft als resultaat
∫
0
x
f (t)dt
int_0^x f(t) dt geeft als resultaat
∫
0
x
f (t)dt
int from Re f geeft als resultaat
∫
ℜ
f
sum to infinity 2^{-n} geeft als resultaat
∑
∞
2
−n
Het schrijven van afgeleiden
Wanneer u afgeleiden schrijft, moet u Math vertellen dat het een breuk is, door de opdracht over
te gebruiken. De opdracht over wordt gecombineerd met het teken d voor een volledige afleiding
of de opdracht partial voor een gedeeltelijke afleiding, om het effect van afgeleide te krijgen.
Accolades {} worden gebruikt aan beide zijden van het element, om het element in te sluiten en de
afleiding te maken, zoals in de volgende voorbeelden wordt getoond.
Voorbeelden
{df} over {dx} geeft als resultaat
df
dx
{partial f} over {partial y} geeft als resultaat
∂ f
∂ y
{partial^2 f} over {partial t^2} geeft als resultaat
∂
2
f
∂t
2
Opmerking
Om functienamen met priemgetallen te schrijven, zoals gebruikelijk in de schoolnotatie,
moet u eerst de symbolen aan de catalogus toevoegen. Zie de Handleiding voor Math
voor meer informatie.
Opmaaktekens als normale tekens opmaken
Tekens die voor het beheren van de opmaaktaal worden gebruikt kunnen niet rechtstreeks als
normale tekens worden benaderd. De betreffende tekens zijn: %, {, }, &, |, _, ^ en ". U kunt
bijvoorbeeld niet schrijven 2% = 0.02 of 1" = 2.54 cm in de opmaaktaal en verwachten dat
dezelfde tekens in de formule zullen verschijnen. Gebruik één van de volgende methodes:
18 | Kennismaken met Math