User Manual
13
INSTALLATIE
NL
INSTALLATIE
Voor de installatie
Afmetingen en vrije ruimten
Als het apparaat te dicht bij aangrenzende
voorwerpen wordt geplaatst, kan dit leiden tot een
lagere vriescapaciteit en verhoogde
elektriciteitskosten. Laat bij de installatie van het
apparaat meer dan 50 mm ruimte tussen de
achterkant van het apparaat en de muur.
OPMERKING
• U kunt het apparaattype bepalen door naar het
label in het apparaat te kijken.
Omgevingstemperatuur
• Het apparaat is ontworpen om te werken binnen
een beperkte omgevingstemperatuur,
afhankelijk van de klimaatzone.
• De interne temperaturen kunnen worden
beïnvloed door de locatie van het apparaat, de
omgevingstemperatuur, het aantal keer dat de
deur wordt geopend, enzovoort.
• De klimaatklasse bevindt zich op het typeplaatje.
* Australië, India, Kenia
** Argentinië
OPMERKING
• De apparaten van SN tot T zijn bedoeld om te
worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur
tussen 10 °C en 43 °C.
- Grootte (mm)
- Type 1 Type 2
A912 912
B 1793 1793
C933 744
D808 619
E878 689
F933 744
G 1229 1039
H 1699 1699
A
C
H
D E
F
G
B
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
bereik ºC
SN (Zeer Gematigd) +10 - +32
N (Gematigd) +16 - +32
ST (Subtropisch) +16 - +38 / +18 - +38**
T (Tropisch) +10 - +43* / +16 - +43 /
+18 - +43**










