Operation Manual

95
1-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
De inbraaksensor signaleert indringers of een beweging in de auto.
De hellingsensor signaleert een verandering van de hoek van de auto
ten opzichte van het wegdek, die bijvoorbeeld ontstaat als de auto
weggesleept wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van inbraak kan niet worden gegarandeerd.
De inbraaksensor en hellingsensor instellen
Als het alarm wordt ingeschakeld, worden de inbraaksensor en de hel-
lingsensor automatisch ingesteld. (Blz. 92)
De inbraaksensor en de hellingsensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voorwerpen in de auto achterlaat, moet
u ervoor zorgen dat u de inbraaksensor en de hellingsensor uitschakelt
voordat u het alarm instelt, omdat deze sensoren reageren op bewe-
gingen binnen in de auto.
Zet het contact UIT.
Druk op de toets voor het uit-
schakelen van de inbraaksen-
sor en hellingsensor.
Er wordt een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay
in het instrumentenpaneel.
Druk opnieuw op de toets om de
inbraaksensor en de hellingsensor
weer in te schakelen.
Inbraaksensor en hellingsensor
1
2