Operation Manual

901
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren
Vergrendelen van alle por-
tieren
Sluiten van de ruiten en het
schuifdak* (draaien en vast-
houden)
Ontgrendelen van alle por-
tieren
Openen van de ruiten en
het schuifdak* (draaien en
vasthouden)
*: Indien aanwezig
Plaats het afdekkapje weer
terug nadat de handeling is
voltooid.
Plaats de bovenste klauw van
het kapje in de bovenste pal op
de auto en druk vervolgens het
onderste gedeelte van het
kapje aan.
Zorg ervoor dat de onderste klauw
van het kapje goed vast zit in de
onderste pal op de auto. Als het
afdekkapje niet goed wordt beves-
tigd, kan het kapje er tijdens het rij-
den afvallen.
Bagageruimte
Draai de mechanische sleutel
rechtsom om de achterklep te
ontgrendelen.
2
1
2
3
4
3