Operation Manual
893
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
● De elektronische sleutel werkt mogelijk niet goed. (Blz. 902)
● Er is mogelijk onvoldoende brandstof aanwezig in de tank.
Vul de brandstoftank.
● Er kan een storing aanwezig zijn in de startblokkering. (Blz. 86)
● Er kan een storing aanwezig zijn in het stuurslotsysteem.
● Het hybridesysteem van de motor is mogelijk defect als gevolg van een
elektrische storing, zoals een ontladen batterij van de elektronische
sleutel of een defecte zekering. Er bestaat echter, afhankelijk van het
soort storing, een noodmaatregel om het hybridesysteem te starten.
(Blz. 894)
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
● De 12V-accu kan te ver ontladen zijn. (Blz. 903)
● De accuklemmen zitten mogelijk los of zijn gecorrodeerd.
Als het hybridesysteem niet kan worden
gestart
Het niet starten van het hybridesysteem kan verschillende oorzaken
hebben. Raadpleeg het volgende overzicht en onderneem de bijpas-
sende acties:
Het hybridesysteem kan niet worden gestart, ook al is de startpro-
cedure correct uitgevoerd. (Blz. 229)
De interieurverlichting en de koplampen gaan zwakker branden
of de claxon maakt geen of weinig geluid.