Operation Manual
888
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■ Bandenreparatieset
● De bandenreparatievloeistof is beperkt houdbaar. De uiterste houdbaarheidsda-
tum staat vermeld op de fles. De bandenreparatievloeistof dient voor de uiterste
houdbaarheidsdatum te worden vervangen. Neem contact op met een Lexus-dea-
ler of erkende reparateur als vervanging noodzakelijk is.
● De vloeistof in de bandenreparatieset kan slechts eenmalig worden gebruikt om
een enkele band tijdelijk te repareren. Neem contact op met een Lexus-dealer of
erkende reparateur als de bandenreparatievloeistof gebruikt is en vervangen moet
worden. De compressor kan opnieuw worden gebruikt.
● De bandenreparatievloeistof kunt u gebruiken als de buitentemperatuur tussen
-40 C en 60 C ligt.
● De bandenreparatieset is exclusief bestemd voor de originele banden die op uw
auto zijn gemonteerd. Gebruik de set niet voor banden met een afwijkende maat
of voor andere doeleinden.
● Als de bandenreparatievloeistof op uw kleren komt, kan deze vlekken veroorza-
ken.
● Eventueel gemorste bandenreparatievloeistof moet direct van het wiel of de car-
rosserie worden verwijderd. Veeg het oppervlak onmiddellijk af met een vochtige
doek.
● Als de bandenreparatieset wordt gebruikt, zal dit duidelijk hoorbaar zijn. Dit is nor-
maal en duidt niet op een storing.
● Gebruik de bandenreparatieset niet om de bandenspanning te controleren of op
de voorgeschreven waarde te brengen.
■ Als de bandenspanning hoger is dan het voorgeschreven niveau
Neem de slang los van het ventiel.
Neem de slang los van het ventiel, verwijder het dopje van de slang en sluit dan de
slang weer aan.
Zet de compressor aan, wacht enkele seconden en zet de compressor weer uit.
Controleer of de bandenspanning op het voorgeschreven niveau is. (Blz. 926)
Zet, als de bandenspanning lager is dan het voorgeschreven niveau, de compres-
sor weer aan en herhaal de procedure totdat de band de voorgeschreven ban-
denspanning heeft.
Plaats het luchtuitlaatdopje op het uiteinde
van de slang en druk het uitsteeksel in het
ventiel om wat lucht uit de band te laten
ontsnappen.
1
2
3
4