Operation Manual

820
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
OPMERKING
Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssensoren, zen-
ders en ventieldopjes
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of de bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een Lexus-dealer of erkende repara-
teur omdat de sensoren en zenders beschadigd kunnen raken als er niet op de
juiste wijze mee wordt omgegaan.
Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Worden de ventiel-
dopjes niet gemonteerd, dan kan er water in de bandenspanningssensoren
terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere ventieldopjes dan
voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitten.
Om schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders te vermijden
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werkt de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloei-
stof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een Lexus-dealer of erkende
reparateur. Vervang bij het vervangen van de band ook de bandenspanningssen-
sor en -zender. (Blz. 808)
Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de bandenspan-
ning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermindert. Boven-
dien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosserie beschadigd raken bij het
rijden over onverharde wegen.
Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunnen de banden en/of
velgen ernstig beschadigd raken.