Operation Manual
811
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
■ Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
■ Situaties waarin het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk niet goed
werkt
● Het is mogelijk dat onder de volgende omstandigheden het bandenspannings-
waarschuwingssysteem niet goed werkt.
• Als er niet-originele Lexus-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenkomt met de
OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er zijn slotmoeren gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd in de juiste maat.
• De ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische
signalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als het reservewiel zich op een plaats bevindt waar een slechte ontvangst van
radiosignalen is.
*
• Als er zich in de bagageruimte een groot metalen object bevindt dat de ont-
vangst van signalen kan verstoren.
*
• Als er banden zonder bandenspanningssensor worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en zenders niet is
geregistreerd in de ECU van het waarschuwingssysteem voor de bandenspan-
ning.
*: Auto's met een reservewiel
● In de volgende situaties kunnen de prestaties van het systeem lager zijn.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radio-
zender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogolven aanwe-
zig zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
Als de bandenpositiegegevens niet juist worden weergegeven als gevolg van
slechte ontvangst van de radiogolven, kan de weergave worden hersteld door
verder te rijden en zo de ontvangst van de radiogolven te veranderen.
● Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
● Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.