Operation Manual
779
6-1. Onderhoud en verzorging
6
Onderhoud en verzorging
OPMERKING
■ Om aantasting van de lak en corrosie van de carrosserie en onderdelen (licht-
metalen velgen, enz.) te voorkomen
● Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de auto bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de auto bevinden
• Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof, ijzerdeeltjes of
chemische stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
● Laat krassen of steenslagschade onmiddellijk repareren.
● Verwijder vuil van de velgen en berg ze op een droge plaats op om te voorkomen
dat de velgen tijdens de opslag gaan corroderen.
■ Schoonmaken van de exterieurverlichting
● Was deze met de nodige voorzichtigheid. Gebruik geen organische oplosmid-
delen en borstel ze ook niet af met een harde borstel.
Deze kunnen de verlichting beschadigen.
● Breng geen was aan op de lampglazen.
Was kan beschadigingen aan de lampglazen veroorzaken.
■ Wassen in een autowasstraat
Schakel de ruitenwisserschakelaar uit.
Als de ruitenwisserschakelaar in stand AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in
werking treden waardoor de ruitenwisserbladen beschadigd kunnen raken.