Operation Manual
584
5-4. Gebruik van het audiosysteem
■ Tabblad “Sound” (geluid)
Kies - of + om het niveau
van de hoge tonen, de
middelhoge tonen of de
lage tonen in te stellen.
Kies “Front” (voor) of
“Rear” (achter) om de
balans voor/achter in te
stellen.
Kies L of R om de balans
links/rechts in te stellen.
■ Tabblad DSP
Automatische geluidsregelaar
(ASL) aan/uit
Surround aan/uit
■ De geluidskwaliteit kan afzonderlijk worden ingesteld
De hoge tonen, het middengebied en de lage tonen kunnen voor elke audioweer-
gave afzonderlijk worden ingesteld.
■ Automatische geluidsregeling (ASL)
De ASL regelt automatisch het volume en de hoge en lage tonen op basis van de rij-
snelheid, het windgeruis en andere geluiden in de auto.
1
2
3
4
5
6
7
1
2