Operation Manual

48
1-1. Voor een veilig gebruik
Als de airbags worden geactiveerd (opgeblazen)
Het contact met een geactiveerde airbag kan leiden tot kneuzingen en schaafwon-
den.
Er is een luide knal hoorbaar en er komt wit poeder vrij.
Gedurende enkele minuten na het activeren van de airbags kunnen de onderdelen
van de airbagmodule (stuurwielnaaf, afdekkap airbag en ontstekingsmechanisme)
evenals de stoelen, delen van de voor- en achterstijlen en het dak nog heet zijn. De
airbag zelf kan ook heet zijn.
De voorruit kan barsten.
Voorwaarden voor activering (airbags voor en antiduikairbag)
De airbags voor en de antiduikairbag worden pas geactiveerd als bij een aanrijding
een bepaalde drempelwaarde wordt overschreden (vergelijkbaar met een frontale
aanrijding met een snelheid van ongeveer 20 - 30 km/h tegen een voorwerp dat
niet kan bewegen of vervormen).
De drempelwaarde voor snelheid kan in de volgende situaties echter veel hoger
liggen:
Wanneer de auto iets raakt dat kan bewegen en/of vervormen, zoals een gepar-
keerde auto of lantaarnpaal
Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de auto
onder een vrachtwagen terechtkomt
Afhankelijk van het type aanrijding is het mogelijk dat alleen de gordelspanners
worden geactiveerd.
Voorwaarden voor de activering van airbags (side airbags en curtain airbags)
De side airbags en curtain airbags worden pas geactiveerd als de kracht van de
aanrijding een bepaalde drempelwaarde overschrijdt (de drempelwaarde komt
overeen met de kracht van een aanrijding ter hoogte van het passagierscomparti-
ment met een snelheid van ongeveer 20 - 30 km/h door een ongeveer 1.500 kg
wegend voertuig dat komt uit een richting die haaks staat op de positie van de
auto).
De curtain airbags worden mogelijk ook geactiveerd bij een ernstige frontale aan-
rijding.