Operation Manual
475
5-3. Gebruik van airconditioning en achterruitverwarming
5
Interieur
■ Luchttoevoer
● Zet bij het rijden op stoffige wegen, zoals in tunnels, of in druk verkeer de luchttoe-
voertoets in de recirculatiemodus. Zo wordt voorkomen dat er buitenlucht de auto
instroomt. Wanneer tijdens het koelen de recirculatiemodus wordt ingeschakeld,
wordt ook het interieur van de auto efficiënt gekoeld.
● Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recirculatiemodus automatisch ingeschakeld
afhankelijk van de ingestelde temperatuur of de temperatuur in de auto.
■ Als het koelsysteem van het batterijpakket in werking is
● Als het koelsysteem van het batterijpakket in werking is terwijl de airconditioning is
uitgeschakeld, verschijnt een melding op het multi-informatiedisplay en wordt de
airconditioning automatisch ingeschakeld. (Blz. 111)
● Het geluid van de luchtcirculatie kan veranderen als er koude lucht uit de uit-
stroomopeningen achter in het dak stroomt of als de luchtreiniger in werking is. Dit
gebeurt wanneer het batterijpakket wordt gekoeld en duidt dus niet op een storing.
■ Automatische modus voor regeling luchttoevoer
In de automatische modus voor de regeling van de luchttoevoer signaleert het sys-
teem of er in de aangevoerde lucht uitlaatgassen en andere verontreinigingen aan-
wezig zijn. Als dat het geval is, schakelt het systeem automatisch over tussen de
buitenluchtmodus en de recirculatiemodus.
Als de ontvochtigingsfunctie uitgeschakeld is en de aanjager in werking is, zal door
het selecteren van de AUTO-modus de ontvochtigingsfunctie worden ingescha-
keld.
■ Stand voor het verwijderen van pollen
● Om te voorkomen dat de voorruit beslaat als de temperatuur van de buitenlucht
laag is, kan het volgende gebeuren:
• In de buitenluchtmodus wordt er niet overgeschakeld naar de (recircula-
tiemodus).
• De ontvochtigingsfunctie werkt.
• De werking wordt na ongeveer 1 minuut beëindigd.
● De ruiten kunnen beslaan bij regenachtig weer. Druk op de toets .
● Bij extreem vochtig weer kunnen de ruiten beslaan.
● De pollen worden ook uitgefilterd als de pollenverwijderingsmodus uitgeschakeld
is.
■ Luchtreiniger (met airconditioning achter)
De luchtreiniger wordt ingeschakeld als de airconditioning achter wordt ingescha-
keld.
■ Wanneer de buitentemperatuur daalt tot ongeveer 0 C
De ontvochtigingsfunctie werkt mogelijk niet, ook niet als A/C wordt geselecteerd.