Operation Manual

465
5-3. Gebruik van airconditioning en achterruitverwarming
5
Interieur
Zonder airconditioning achter
Als u de aanjagersnelheid wilt aanpassen, drukt u op om de
aanjagersnelheid te verhogen of om de aanjagersnelheid te
verlagen of selecteert u op op het bedieningsscherm om de aan-
jagersnelheid te verhogen of om de aanjagersnelheid te verlagen.
Druk op de toets om de aanjager uit te schakelen.
Als u de temperatuurinstelling wilt aanpassen, drukt u op of
selecteert u op het bedieningsscherm om de temperatuur te verho-
gen of drukt u op of selecteert u om de temperatuur te verla-
gen.
Als DUAL wordt geselecteerd (het controlelampje op de toets DUAL gaat bran-
den) of als er op de toets voor de temperatuurregeling aan passagierszijde wordt
gedrukt, kan de temperatuur aan bestuurderszijde en aan passagierszijde afzon-
derlijk worden geregeld.
Als de stoelklimaatregelingen worden ingesteld op de modus AUTO, wordt het
systeem automatisch bediend aan de hand van de ingestelde temperatuur, de
buitentemperatuur, enz.
Als u de luchtcirculatie wilt wijzi-
gen, drukt u op of selec-
teert u een luchtcirculatietoets.
Handmatig wijzigen van de instellingen
1
2
3