Operation Manual

460
5-3. Gebruik van airconditioning en achterruitverwarming
Automatische airconditioning voor
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid
worden automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
Het airconditioningsysteem kan worden weergegeven en bediend op
het nevenscherm. (Blz. 443)
Druk op de toets MENU op de Remote Touch en selecteer “Climate”
(klimaat) om het bedieningsscherm voor de airconditioning weer te
geven.
De positie van het display en de knoppen kunnen per systeem verschil-
lend zijn.