Operation Manual

459
5
Interieur
5-2. Lexus-klimaatregeling
Automatische airconditioning (Blz. 464, 479)
Zet de airconditioning in de automatische modus.
De temperatuur voor de bestuurdersstoel, voorpassagiersstoel en beide achter-
stoelen

kan afzonderlijk worden ingesteld.
Stoelklimaatregeling

/stoelverwarming

(Blz. 757, 758)
Selecteer de modus AUTO voor elke stoel.
De stoelverwarming, het uitschakelen, de ventilatie

of stoelkoeling

wordt auto-
matisch geselecteerd overeenkomstig de ingestelde temperatuur van het aircon-
ditioningsysteem, de buitentemperatuur, enz.
Stuurwielverwarming

(Blz. 755)
Wordt automatisch ingeschakeld overeenkomstig de buitentempera-
tuur en de temperatuur in de auto nadat de motor is gestart.
Werkt gedurende maximaal 30 minuten.
Lexus-klimaatregeling
: Indien aanwezig
De stoelklimaatregeling

/stoelverwarming

van elke stoel en de stuur-
wielverwarming

worden automatisch geregeld overeenkomstig de
ingestelde temperatuur van het airconditioningsysteem, de buitentem-
peratuur, de temperatuur in de auto enz. De Lexus-klimaatregeling
zorgt voor comfortabele omstandigheden zonder afstelling van elk sys-
teem.
1
2
3