Operation Manual
45
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
■ Voorschriften voor airbags
● De voorpassagiersairbag wordt ook met een aanzienlijke kracht opgeblazen
waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de voorpassagier zich dicht
bij de airbag bevindt. De passagiersstoel dient zo ver mogelijk van de airbag af te
staan, met de rugleuning rechtop.
● Kinderen die niet (goed) op de stoel zitten en/of geen gordel dragen of de gordel
niet op de juiste manier dragen, kunnen letsel oplopen door een in werking tre-
dende airbag. Gebruik de veiligheidsgordels nooit voor baby's of kleine kinde-
ren. Gebruik hiervoor speciale baby- of kinderzitjes. Lexus raadt u met klem aan
om alle kinderen achterin te laten plaatsnemen en ze altijd te vervoeren in een
passend baby- of kinderzitje of met een zitkussen en/of veiligheidsgordels. Ach-
terin zitten kinderen veiliger dan op de voorpassagiersstoel. (Blz. 56)
● Ga niet op het puntje van de stoel zitten en
leun niet op het dashboard.
● Laat een kind niet op de passagiersstoel
staan of bij een voorpassagier op schoot
zitten.
● Sta niet toe dat voorpassagiers voorwer-
pen op hun knieën vasthouden.
● Leun niet tegen het portier, de dakzijrail of
de voor-, midden- of achterstijl.