Operation Manual
458
5-1. Remote Touch-scherm
■ Bij gebruik van de microfoon
● U hoeft niet direct in de microfoon te spreken wanneer u een commando geeft.
● Wacht op het bevestigingspiepsignaal alvorens een commando uit te spreken.
● Spraakcommando's kunnen in de volgende gevallen niet worden herkend:
• Te snel uitgesproken
• Te hard of te zacht uitgesproken
• Het dak of de ruiten zijn geopend.
• Andere inzittenden praten tijdens het uitspreken van spraakcommando's
• De airconditioning werkt op een hoge stand.
• De uitstroomopeningen van de airconditioning zijn op de microfoon gericht.
● Onder de volgende omstandigheden kan het zijn dat het systeem het commando
niet herkent en dat het gebruik van spraakcommando's onmogelijk is.
• Het commando is onjuist of onduidelijk. Houd er rekening mee dat het systeem
moeite kan hebben met het herkennen van bepaalde woorden, accenten of
spraakprofielen.
• Er is veel achtergrondgeluid, zoals windgeruis.
■ Zoeken van een muziekstuk
● Er moet een USB-geheugen of een iPod aangesloten zijn om een muziekstuk te
kunnen zoeken en af te kunnen spelen. (Blz. 563, 573)
● Als er een USB-geheugen of iPod is aangesloten, worden er herkenningsgegevens
gecreëerd, zodat er met spraakcommando's gezocht kan worden naar muziek-
stukken.
● De herkenningsgegevens worden onder de volgende omstandigheden bijgewerkt:
• Als de gegevens op het USB-geheugen of de iPod zijn gewijzigd.
• Als de taal voor de spraakherkenning gewijzigd is. (Blz. 430)
● Tijdens het aanmaken of wijzigen van de herkenningsdata kan er niet met een
spraakcommando naar een muzieknummer gezocht worden.
● Als “Play music” (muziek afspelen) gedimd wordt weergegeven in het scherm
“Shortcuts” (snelkoppelingen), kan er geen muziekstuk worden gezocht met een
spraakcommando. In dat geval moet het muziekdatabestand op het USB-geheu-
gen of de iPod worden verkleind en moeten de herkenningsdata worden bijge-
werkt om het zoeken met behulp van een spraakcommando weer mogelijk te
maken.