Operation Manual

421
5-1. Remote Touch-scherm
5
Interieur
Bij gebruik van het Remote Touch-scherm
Als de temperatuur van het scherm laag is, kan het scherm donker zijn of iets tra-
ger reageren dan normaal.
Als door een polariserende zonnebril naar het scherm gekeken wordt, kan er een
regenboogpatroon op het scherm verschijnen als gevolg van de optische eigen-
schappen van het scherm. Het verdient aanbeveling het scherm zonder zonnebril
te bedienen als dit beeld als storend ervaren wordt.
Gedimd weergegeven schermtoetsen kunnen niet worden bediend
Wisselen tussen dag- en nachtmodus
De weergave gaat niet over naar de nachtmodus, ook niet als de lichtschakelaar aan
gezet wordt, terwijl de omgeving van de auto helder verlicht is, zoals bijvoorbeeld
overdag.
Uitschakelen van het scherm
Het scherm gaat uit wanneer u “Screen off” (scherm uit) selecteert. Druk op een wil-
lekeurige toets om het scherm weer in te schakelen. Het geselecteerde scherm
wordt weergegeven.
Kies “Day mode” (dagmodus) om het scherm
in de dagstand te zetten, ook al is de verlich-
ting van de auto ingeschakeld, en om de hel-
derheid en het contrast aan te passen.
Als het scherm in de dagmodus wordt
gezet terwijl de verlichting ingeschakeld is,
wordt dit in het geheugen opgeslagen, zelfs
als het hybridesysteem uitgeschakeld is.