Operation Manual

413
4-6. Rijtips
4
Rijden
WAARSCHUWING
Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan.
Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.
Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidslimiet die
geldt voor de gebruikte winterbanden.
Monteer winterbanden op alle wielen.
Gebruik de LKA (Lane-Keeping Assist) niet.
Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.
Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snelheid de
laagste is.
Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
Gebruik de LKA (Lane-Keeping Assist) niet.
OPMERKING
Repareren of vervangen van winterbanden
Laat winterbanden repareren of vervangen door een Lexus-dealer of erkende
reparateur of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft invloed op de werking van de
bandenspanningssensoren en -zenders.
Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, kan het gebeuren dat bandenspannings-
sensoren en -zenders niet goed functioneren.