Operation Manual
401
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
WAARSCHUWING
■ Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van het systeem
De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd vei-
lig en houd rekening met uw omgeving.
De Blind Spot Monitor is een aanvullend systeem dat de bestuurder waarschuwt
voor een auto in de dode hoek. Vertrouw niet blindelings op de Blind Spot Moni-
tor. Het systeem kan niet beoordelen of u veilig van rijstrook kunt wisselen. Wan-
neer u alleen op het systeem vertrouwt, kunnen zich ongevallen voordoen die tot
ernstig letsel kunnen leiden. Afhankelijk van de omstandigheden werkt het sys-
teem mogelijk niet goed. Daarom dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid te
controleren.
■ Behandelen van de radarsensor
In de linker- en rechterzijde van de achterbumper van de auto wordt respectieve-
lijk één Blind Spot Monitor-sensor geplaatst. Houd u aan het volgende om ervoor
te zorgen dat de Blind Spot Monitor goed werkt.
● Stel de sensor en de omgeving van de sensor op de bumper niet bloot aan krach-
tige schokken. Als de sensor ook maar iets wordt verplaatst, werkt het systeem
mogelijk niet meer goed en worden auto's die binnen het detectiegebied komen
mogelijk niet meer gesignaleerd. Als de sensor en de omgeving van de sensor
aan krachtige schokken zijn blootgesteld, moet het desbetreffende gedeelte van
de auto worden gecontroleerd door een Lexus-dealer of erkende reparateur.
● Neem de sensor niet uit elkaar.
● Monteer geen accessoires op de sensor of het omliggende gebied op de bum-
per en plak er geen stickers op.
● Breng geen wijzigingen aan de sensor of het omliggende gebied op de bumper
aan.
● Breng geen verf aan de sensor of het omliggende gebied op de bumper.
● Houd de sensor en zijn omgeving op de
bumper te allen tijde schoon.