Operation Manual
398
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■ Omstandigheden waaronder de Blind Spot Monitor mogelijk niet goed werkt
● Onder de volgende omstandigheden signaleert de Blind Spot Monitor auto's
mogelijk niet correct:
• Onder slechte weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist en
sneeuw
• Wanneer er ijs of modder e.d. op de achterbumper zit
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van regen, plassen op de weg, enz.
• Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw auto en de auto die binnen het
detectiegebied komt
• Wanneer een auto zich bij stilstand in het detectiegebied bevindt en in dat
gebied blijft wanneer uw auto accelereert
• Bij het op- of afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, een
daling in de weg, enz.
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tussen elke auto
• Wanneer de rijstroken breed zijn en de auto in de volgende rijstrook te ver van
uw auto vandaan is
• Wanneer de auto die binnen het detectiegebied komt met ongeveer dezelfde
snelheid rijdt als uw auto
• Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw auto en de auto die binnen het
detectiegebied komt
• Direct nadat de BSM-schakelaar is ingeschakeld
● Onder de volgende omstandigheden is de kans dat de Blind Spot Monitor onnodig
een auto en/of object signaleert groter:
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een vangrail, muur, enz.
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een auto achter u
• Wanneer rijstroken smal zijn en een auto die 2 rijstroken van uw auto verwijderd
is binnen het detectiegebied komt
• Wanneer voorwerpen zoals een fietsendrager op de achterzijde van de auto
zijn gemonteerd
■ De zichtbaarheid van de indicatoren in de buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspiegels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■ Als er een storing in het systeem aanwezig is
Als er een systeemstoring wordt gesignaleerd als gevolg van een van de onder-
staande redenen, worden er waarschuwingsmeldingen weergegeven: (Blz. 859)
● Er zit een storing in de sensoren
● De sensoren zijn vuil geworden
● De buitentemperatuur is zeer hoog of zeer laag
● De sensorspanning is niet in orde