Operation Manual
378
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De camerasensoren signaleren
samen met de radarsensor tijdens
het rijden voetgangers en andere
driedimensionale objecten op of
naast de weg voor u.
Wanneer de koplampen branden,
worden bijna-infrarode lichtbun-
dels geprojecteerd om een juiste
signalering in het donker te garan-
deren.
Camerasensoren
Nabij-infrarood lichtbronnen
De sensor van het camerasysteem
voor de bestuurder signaleert de
richting waarin de bestuurder kijkt
en of de ogen van de bestuurder
zijn geopend of gesloten.
Het systeem bepaalt of de bestuur-
der naar voren kijkt en of de ogen
van de bestuurder zijn gesloten.
Camerasensoren (indien aanwezig)
1
2
Sensor camerasysteem bestuurder (auto's met camerasysteem
bestuurder)