Operation Manual

355
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
Als u denkt dat er iets mis is
Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, raadpleeg dan de
mogelijke oorzaak en de oplossing en controleer opnieuw.
Is het symptoom door de oplossing nog niet verdwenen, laat dan de
auto controleren door een Lexus-dealer of erkende reparateur.
Zaken die u dient te weten
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Oplossing
Het beeld is niet
goed te zien
De auto bevindt zich in
een donkere omgeving
De temperatuur
rondom de lens is te
hoog of te laag
De buitentemperatuur
is laag
Er zitten waterdruppels
op de camera
Het regent of is vochtig
Er zijn verontreinigin-
gen (bijv. modder) aan-
wezig op de camera
•Er zitten krassen op de
camera
Zonlicht of koplampen
van andere auto's
schijnt/schijnen recht-
streeks in de camera
De auto bevindt zich
onder fluoriserende
lampen, natriumlam-
pen, kwiklampen, enz.
Rijd achteruit terwijl u de
omgeving van de auto
visueel controleert.
(Gebruik de monitor
weer zodra de omstan-
digheden zijn verbeterd.)
Het beeld van het scherm
van de Parking Assist
Monitor instellen.
(Blz. 420)