Operation Manual
338
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■ Bediening bij parkeren
Bij parkeren in een ruimte in tegengestelde richting van de hieronder
beschreven procedure zijn de stuurhandelingen ook in tegengestelde
richting.
Zet de selectiehendel in stand R.
Draai het stuurwiel dusdanig
dat de geschatte koerslijnen
zich binnen het parkeervak
bevinden en rijd langzaam
achteruit.
Parkeervak
Geschatte koerslijnen
Draai als de achterzijde van de
auto zich in het parkeervak
bevindt het stuurwiel zodanig
dat de voertuigbreedtelijnen
zich tussen de linker en rechter
scheidslijnen van het parkeer-
vak bevinden.
Voertuigbreedtelijn
1
2
1
2
3
3