Operation Manual
330
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
● Door de vorm van het obstakel kan de sensor het niet signaleren. Let goed op bij
de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw auto
● Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren kan de detectieaf-
stand korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
• Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertraging.
Ook als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijkheid dat het
obstakel binnen het detectiegebied van de sensoren komt voordat het display
wordt weergegeven en het waarschuwingssignaal hoorbaar is.
• Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet
gesignaleerd vóór een aanrijding wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn
gesignaleerd.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de audio-installatie hard
staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid produceert.
■ Als er geen melding op het multi-informatiedisplay verschijnt
Blz. 859