Operation Manual
320
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
OPMERKING
■ Camerasensor (Blz. 311)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om ervoor te zorgen dat het
LKA-systeem goed blijft functioneren.
● Houd de voorruit te allen tijde schoon.
De prestaties worden mogelijk negatief beïnvloed als de voorruit vuil is of wan-
neer er regendruppels, damp of ijs op de voorruit zit(ten).
● Plak geen ruitfolie op de voorruit.
● Plaats geen antenne vóór de cameralens.
● Als de voorruit is beslagen, gebruik dan de voorruitverwarming om de damp van
de voorruit te verwijderen.
Bij koud weer kan het gebruik van de kachel waarbij warme lucht naar de voeten
stroomt ervoor zorgen dat het bovenste deel van de voorruit beslaat. Dit beïn-
vloedt de beelden op een negatieve manier.
● Plaats geen voorwerpen op het dashboard.
De camerasensor kan het beeld dat in de voorruit weerspiegelt per ongeluk her-
kennen als een rijstrookmarkering.
● Houd de cameralens vrij van krassen of vuil.
Let er bij het schoonmaken van de binnenzijde van de voorruit op dat er geen
ruitreiniger o.i.d. op de lens terechtkomt. Raak de lens ook niet aan.
Neem voor reparaties aan de lens contact op met een Lexus-dealer of erkende
reparateur.
● Wijzig de montagepositie of -richting van de camerasensor niet en verwijder de
sensor niet. De richting van de camerasensor is nauwkeurig afgesteld.
● Stel de camerasensor niet bloot aan krachtige schokken en neem de sensor niet
uit elkaar.
● Bevestig geen stickers of andere zaken op
de voorruit in de buurt van de camerasen-
sor.
● Monteer of plaats geen voorwerpen in de
buurt van de camera.