Operation Manual
319
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
WAARSCHUWING
■ Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de LKA
Gebruik de LKA niet in de volgende situaties.
Anders werkt het systeem mogelijk niet correct, wat kan leiden tot een ongeval.
● Als wordt gereden met winterbanden, sneeuwkettingen, een reservewiel of
soortgelijke uitrusting
● Als de banden erg versleten zijn of als de bandenspanning te laag is
● Als zich objecten of constructies naast de weg bevinden die gezien zouden kun-
nen worden als rijstrookmarkeringen (bijvoorbeeld vangrails, stoepranden,
reflectorpalen, enz.)
● Tijdens rijden op besneeuwde wegen
● Wanneer rijstrookmarkeringen moeilijk te zien zijn door regen, sneeuw, mist,
zand, vuil, enz.
● Wanneer tijdelijke wegmarkeringen zichtbaar zijn of wanneer oude rijstrookmar-
keringen nog deels zichtbaar zijn op de weg
● Als wordt gereden op gladde wegen, bijvoorbeeld bij regen, vorst of sneeuw
● Als wordt gereden op andere weggedeelten dan de rijstrook of de inhaalstrook
van auto(snel)wegen
● Wanneer u op een weg rijdt die gedeeltelijk is afgesloten als gevolg van onder-
houd of wanneer u op een tijdelijke rijstrook rijdt
OPMERKING
■ Voorkomen van schade aan of een onjuiste werking van het LKA-systeem
● Breng geen wijzigingen aan de koplampen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
● Breng geen wijzigingen aan de wielophanging aan en vervang deze niet door
niet-originele onderdelen.
● Monteer of plaats geen voorwerpen op de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van de auto (bullbars, enz.).
● Breng geen wijzigingen aan de zonneklep aan en vervang deze niet door een
niet-origineel Lexus-product.
● Als uw voorruit gerepareerd moet worden, neem dan contact op met een Lexus-
dealer of erkende reparateur.