Operation Manual
301
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de inge-
stelde snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt.
Het systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
Wanneer uw auto een voorligger te dicht nadert en automatisch decele-
reren door middel van de cruise control niet mogelijk is, zal het scherm
gaan knipperen en een zoemer klinken om de bestuurder te waarschu-
wen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als een andere bestuurder vóór u
invoegt terwijl u een voorligger volgt. Gebruik het remsysteem om vol-
doende afstand tot uw voorligger te houden.
■ Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen is het mogelijk dat de waarschuwing niet ver-
schijnt:
● Als de snelheid van de auto voor u gelijk is aan of hoger is dan de
snelheid van uw eigen auto
● Als de voorligger extreem langzaam rijdt
● Direct nadat de snelheid van de cruise control is ingesteld
● Op het moment dat het gaspedaal wordt ingetrapt
Naderingswaarschuwing
3