Operation Manual

278
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De cruise control kan worden gebruikt als
De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
Schakelbereik 4 of hoger is geselecteerd met de paddle shift-schakelaar.
(auto's met paddle shift-schakelaar)
De rijsnelheid hoger is dan 40 km/h.
Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat de
auto weer rijden met de ingestelde snelheid.
De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control uit te
schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en vervolgens de
hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stellen.
Automatisch uitschakelen van cruise control
De cruise control stopt onder de volgende omstandigheden met het in stand hou-
den van de rijsnelheid:
De actuele rijsnelheid zakt meer dan ca. 16 km/h onder de geprogrammeerde rij-
snelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
Actuele rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
De VSC is geactiveerd.
De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de toets VSC OFF in te druk-
ken.
Als de waarschuwingsmelding voor de cruise control op het multi-informatiedis-
play wordt weergegeven.
Druk eenmaal op de toets ON•OFF om het systeem uit te schakelen en schakel het
systeem dan opnieuw in door nogmaals op de toets te drukken.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct na het
activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het cruise control-
systeem aanwezig. Laat uw auto controleren door uw Lexus-dealer of erkende
reparateur.