Operation Manual
276
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastgehouden
zonder dat hiervoor het gaspedaal hoeft te worden ingetrapt.
Indicatoren
Cruise control-schakelaar
Schakel de cruise control in met
de toets ON•OFF.
Het controlelampje cruise control
gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Accelereer of decelereer naar
de gewenste snelheid en druk de
hendel naar beneden om de snel-
heid in te stellen.
Het controlelampje SET gaat bran-
den.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de
ingestelde snelheid.
: Indien aanwezig
Cruise control
Overzicht van functies
1
2
Instellen van de rijsnelheid
1
2