Operation Manual

264
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Het Adaptive High Beam-systeem kan worden geactiveerd wanneer
Het contact AAN staat.
Informatie werking camerasensor
Onder de volgende omstandigheden wordt het grootlicht mogelijk niet automa-
tisch uitgeschakeld of wordt niet automatisch overgeschakeld op de variabele ver-
lichting:
Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
Het grootlicht kan automatisch worden uitgeschakeld of de variabele verlichting
kan worden aangepast als een tegenligger wel de mistlampen voor, maar niet de
koplampen heeft ingeschakeld.
Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting, verkeerslichten of ver-
lichte reclameborden kan het grootlicht automatisch worden uitgeschakeld of de
variabele verlichting worden aangepast en kan het gebied dat wordt afgeschermd,
veranderen.
De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het in- of uit-
schakelen van het grootlicht of op de snelheid waarmee de afgeschermde gebie-
den veranderen:
De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenliggers en
voorliggers
De verplaatsing en richting van tegenliggers en voorliggers
Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het weg-
dek, enz.)
Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
Het grootlicht en de variabele verlichting kan op voor de bestuurder onverwachte
momenten worden in- en uitgeschakeld.
Kleine vervoermiddelen, zoals fietsen, worden mogelijk niet gedetecteerd.