Operation Manual

260
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Wanneer de variabele verlichting is
ingeschakeld, wordt het gebied
rond tegenliggers en voorliggers
gedeeltelijk afgeschermd terwijl alle
andere gebieden nog steeds wor-
den verlicht door het grootlicht. Op
deze manier kan de verlichting voor
worden geoptimaliseerd zonder het
andere verkeer te verblinden.
Als de positie van tegenliggers of
voorliggers verandert, verandert
het afgeschermde gebied en past
het zich aan de positie van de auto's
aan.
AHS (Adaptive High Beam-systeem)
: Indien aanwezig
Het Adaptive High Beam-systeem maakt gebruik van een ingebouwde
camerasensor om de helderheid van bijvoorbeeld de straatverlichting
en de verlichting van tegenliggers en voorliggers te meten, en schakelt
indien nodig automatisch het grootlicht en de variabele verlichting in of
uit.