Operation Manual

257
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
Het automatische grootlichtsysteem kan ingeschakeld worden als
Het contact AAN staat.
Informatie werking camerasensor
In de volgende omstandigheden wordt het grootlicht mogelijk niet automatisch uit-
geschakeld:
Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
Het grootlicht kan automatisch worden uitgeschakeld als een tegenligger wel de
mistlampen vóór, maar niet de koplampen heeft ingeschakeld.
Het grootlicht kan automatisch worden uitgeschakeld door de aanwezigheid van
huisverlichting, straatverlichting, verkeerslichten of verlichte reclameborden.
De volgende factoren kunnen invloed hebben op de reactietijd van het systeem:
De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenliggers en
voorliggers
De verplaatsing en richting van tegenliggers en voorliggers
Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het weg-
dek, enz.)
Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
Het grootlicht kan op voor de bestuurder onverwachte momenten worden in- en
uitgeschakeld.
Kleine vervoermiddelen, zoals fietsen, worden mogelijk niet gedetecteerd.