Operation Manual
252
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Het Adaptive Front Lighting-systeem zorgt voor uitstekend zicht bij krui-
singen en in bochten door de lichtbundel van de koplampen automatisch
in de gewenste rijrichting te verstellen op basis van de rijsnelheid en de
hoek waarover de voorwielen verdraaid worden.
AFS werkt bij een snelheid van 10 km/h of hoger.
■ Dagrijverlichting
Om uw auto beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers, worden de par-
keerlichten voor automatisch ingeschakeld (op een grotere lichtsterkte) wanneer
het hybridesysteem wordt gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd. Dagrij-
verlichting is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■ Sensor koplampregeling
■ Automatisch uitschakelsysteem verlichting
● Wanneer de lichtschakelaar in stand of staat: De koplampen worden
automatisch uitgeschakeld als het contact in stand ACC of UIT wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar in stand staat: De koplampen en alle verlichting
worden automatisch uitgeschakeld als het contact in stand ACC of UIT wordt
gezet.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de lichtschake-
laar een keer in stand OFF en daarna terug in stand of .
■ Zoemer verlichting
Een zoemer klinkt als het contact UIT of in stand ACC wordt gezet en het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.
AFS (Adaptive Front Lighting-systeem)
De werking van de sensor kan in negatieve
zin beïnvloed worden als er iets over de sen-
sor heen geplaatst wordt of als er iets op de
ruit wordt aangebracht waardoor de sensor
wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht signa-
leren, waardoor het automatische koplamp-
systeem mogelijk onjuist functioneert.