Operation Manual

250
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te scha-
kelen:
De dagrijverlichting wordt
ingeschakeld.
De parkeerlichten vóór,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardverlich-
ting gaan branden.
De koplampen en alle hier-
boven genoemde verlich-
ting gaan branden.
De koplampen, dagrijver-
lichting en alle hierboven
genoemde verlichting, wor-
den automatisch in- en uit-
geschakeld.
(Wanneer het contact AAN
staat.)
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden bediend.
Bedieningsinstructies
1
2
3
4