Operation Manual

248
4-2. Rijprocedures
Brake Hold-functie
Nadat het systeem ongeveer 3 minuten de remmen heeft vastgehouden en het
rempedaal niet ingetrapt wordt, wordt automatisch de parkeerrem geactiveerd. In
dat geval klinkt een zoemer en verschijnt er een waarschuwingsmelding op het
multi-informatiedisplay.
Trap het rempedaal krachtig in en druk opnieuw op de schakelaar om het systeem
te deactiveren.
De Brake Hold-functie kan de auto mogelijk niet stilhouden op een steile helling. In
deze situatie kan het nodig zijn dat de bestuurder zelf het rempedaal ingetrapt
houdt. Het multi-informatiedisplay zal de bestuurder in dit geval informeren.
Wanneer de parkeerrem automatisch geactiveerd wordt terwijl het systeem de
remmen vasthoudt
De parkeerrem zal niet automatisch gedeactiveerd worden. Deactiveer de parkeer-
rem met de parkeerremschakelaar en controleer of het waarschuwingslampje par-
keerrem uitgaat. (Blz. 244)
Als er een storing in het systeem aanwezig is
De waarschuwingslampjes gaan branden of knipperen en/of er verschijnen waar-
schuwingen. (Blz. 853, 859)
WAARSCHUWING
Als de auto op een steile helling staat
Wees voorzichtig wanneer u het Brake Hold-systeem gebruikt op een steile hel-
ling. De Brake Hold-functie kan de auto in een dergelijke situatie mogelijk niet stil-
houden.
Wanneer u stilhoudt op een glad wegdek
Het systeem kan de auto niet stilhouden wanneer de banden hun grip hebben ver-
loren. Gebruik het systeem niet wanneer u stilhoudt op een glad wegdek.
OPMERKING
Bij het parkeren
Het Brake Hold-systeem is niet ontworpen voor langdurig gebruik bij het parkeren
van de auto. Als u het contact UIT zet terwijl het systeem de remmen vasthoudt,
worden de remmen mogelijk gelost, waardoor de auto in beweging komt. Trap het
rempedaal in, activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand P wanneer
u de startknop bedient.