Operation Manual
247
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
Activeert het Brake Hold-systeem
Het controlelampje voor de stand-
bystand van het Brake Hold-systeem
(groen) gaat branden. Als het systeem
de remmen vasthoudt, gaat het con-
trolelampje van het Brake Hold-sys-
teem (geel) branden.
■ Voorwaarden voor werking Brake Hold-systeem
Het Brake Hold-systeem kan onder de volgende omstandigheden niet geactiveerd
worden:
● De bagageruimte of de motorkap is niet gesloten.
● Het bestuurdersportier is niet gesloten.
● De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
Als onder een van de bovenstaande omstandigheden het Brake Hold-systeem is
ingeschakeld, wordt het systeem uitgeschakeld en gaat het controlelampje voor de
stand-bystand van het Brake Hold-systeem uit. Wanneer een van deze omstandig-
heden zich voordoet terwijl het systeem de remmen vasthoudt, klinkt een waarschu-
wingszoemer en wordt een melding weergegeven op het multi-informatiedisplay.
De parkeerrem wordt dan automatisch geactiveerd.
Brake Hold-functie
Het hellingremsysteem houdt na activering de remmen vast wanneer
de selectiehendel in stand D, S of N staat en het rempedaal ingetrapt
werd om de auto tot stilstand te brengen. Het systeem laat de rem los
wanneer het gaspedaal ingetrapt wordt en de selectiehendel in stand
D of S staat om zo voor soepel wegrijden te zorgen.