Operation Manual
238
4-2. Rijprocedures
Bedien de paddle shift-schakelaar “-” terwijl de selectiehendel in stand D
staat om een tijdelijk schakelbereik te selecteren.
Door het schakelbereik te veranderen kan worden voorkomen dat de
hoogste versnellingen worden ingeschakeld, waardoor onnodig opscha-
kelen wordt vermeden en het gewenste niveau van motorremwerking kan
worden geselecteerd.
Door de transmissie zodanig te regelen dat het motortoerental hoger is
dan in de normale rijmodus, wordt bovendien de acceleratierespons ver-
beterd.
Selecteer vervolgens het schakelbereik met de paddle shift-schakelaars
“-” en “+”.
Opschakelen
Terugschakelen
Het geselecteerde schakelbereik, D1
t/m D7, wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Houd de paddle shift-schakelaar +
enige tijd omlaag om weer terug te
keren naar het normale programma
van stand D.
■ Schakelbereiken en hun functies
Bij een lager schakelbereik wordt er sterker op de motor afgeremd dan bij een
hoger schakelbereik.
Selecteren van het schakelprogramma in stand D
(auto's met paddle shift-schakelaars)
1
2
We e r ga v e
instrumentenpaneel
Functie
D2 - D7
Er wordt automatisch een versnelling tussen D1 en het
geselecteerde schakelbereik gekozen, afhankelijk van de
rijsnelheid en de rijomstandigheden
D1 Het in D1 zetten van het schakelbereik