Operation Manual

235
4-2. Rijprocedures
4
Rijden
Starten van het hybridesysteem als de EV-modus is ingeschakeld
Als de benzinemotor nog koud is en het hybridesysteem wordt gestart, wordt auto-
matisch de benzinemotor gestart, zodat deze op temperatuur kan komen. Volg de
onderstaande procedure om het hybridesysteem te starten. Hierbij wordt de benzi-
nemotor niet gestart, zodat u vrijwel geruisloos kunt wegrijden.
Automatische uitschakeling van de EV-modus
Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de volgende gevallen automatisch de ben-
zinemotor worden gestart. Als de EV-modus wordt uitgeschakeld, klinkt een zoe-
mer en knippert het controlelampje EV-modus, waarna het uitgaat.
Het batterijpakket (tractiebatterij) is bijna leeg.
Het in de batterij resterende vermogen, aangegeven op de energiemonitor, is laag.
(Blz. 120)
De rijsnelheid wordt hoger dan ongeveer 40 km/h.
Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
Als het mogelijk is om de bestuurder vooraf over het automatisch uitschakelen te
informeren, gebeurt dit met een melding op het multi-informatiedisplay.
Maximale rijafstand in EV-modus
De maximale rijafstand in de EV-modus varieert van een paar honderd meter tot
ongeveer 1 km. Er kan worden gereden met een snelheid van maximaal ongeveer
40 km/h. Er zijn afhankelijk van de omstandigheden van de auto echter situaties
waarbij de EV-modus niet kan worden gebruikt. (De maximale rijafstand is afhanke-
lijk van de laadtoestand van het batterijpakket [tractiebatterij] en de rijomstandighe-
den.)
Brandstofverbruik
Uw Lexus is ontworpen voor een zo laag mogelijk brandstofverbruik onder normale
rijomstandigheden (met benzinemotor en elektromotor [tractiemotor]). Als de EV-
modus vaker wordt gebruikt dan nodig is, zal het brandstofverbruik hoger zijn.
Houd de schakelaar EV MODE ingedrukt en
het rempedaal stevig ingetrapt en druk gelijk-
tijdig de startknop in.