Operation Manual
230
4-2. Rijprocedures
Breng de auto tot stilstand.
Zet de selectiehendel in stand P.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 244)
Druk de startknop in.
Laat het rempedaal los en controleer of het controlelampje in de start-
knop uit is.
De standen kunnen worden gewijzigd door op de startknop te drukken
als het rempedaal niet wordt ingetrapt. (De stand verandert iedere keer
dat op de knop wordt gedrukt.)
UIT*
De alarmknipperlichten kunnen wor-
den gebruikt.
Stand ACC
Sommige elektrische componenten
zoals het audiosysteem kunnen wor-
den gebruikt.
Het controlelampje in de startknop
gaat oranje branden.
AAN
Alle elektrische componenten kunnen
worden gebruikt.
Het controlelampje in de startknop
gaat oranje branden.
*: Als de selectiehendel niet in stand P
staat en het hybridesysteem wordt uit-
gezet, wordt het contact in plaats van
UIT in stand ACC gezet.
Uitschakelen van het hybridesysteem
Wijzigen van de standen van het contact
1
2
3
4
5
1
2
3