Operation Manual
206
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
● Wanneer de selectieschakelaar voor de spiegels in stand L of R staat,
kantelen de buitenspiegels tijdens het achteruitrijden automatisch naar
beneden om meer zicht op de grond te bieden. Beweeg de selectie-
schakelaar voor de spiegels naar de neutraalstand (tussen L en R) om
deze functie uit te schakelen.
● Als u de schakelaar voor het instellen van spiegelhoek bedient terwijl
de gekoppelde spiegelfunctie actief is, kunnen de hoek en de positie
van de spiegels in het geheugen worden opgeslagen en werken de
spiegels onder de hoek die is ingesteld, toen de gekoppelde spiegel-
functie de laatste keer werd gebruikt.
Omdat de spiegels echter bewegen op basis van de hoek waaronder
ze staan wanneer de gekoppelde spiegelfunctie niet actief is, wordt de
spiegelhoek, wanneer de gekoppelde spiegelfunctie actief is, ook
gewijzigd als de spiegels worden versteld terwijl de functie niet actief is.
■ De spiegelhoek kan worden versteld wanneer
Het contact in stand ACC of AAN staat.
■ Als de spiegels beslagen zijn
De buitenspiegels kunnen worden ontwasemd met de spiegelverwarming. Door de
achterruitverwarming in te schakelen wordt de buitenspiegelverwarming ingescha-
keld. (Blz. 484)
■ Automatisch afstellen van de spiegel
U kunt de gewenste stand van de spiegel in het geheugen opslaan en automatisch
vanuit het ergonomisch geheugen oproepen. (Blz. 190)
■ Automatische antiverblindingsfunctie
Als de binnenspiegel met antiverblindingsstand in de automatische stand wordt
gezet, reflecteren ook de buitenspiegels minder licht van achteropkomend verkeer.
(Blz. 202)
■ Gebruik de automatische stand bij koud weer
Wanneer de automatische stand wordt gebruikt bij koud weer, kan de deurspiegel
bevriezen en wordt de spiegel mogelijk niet automatisch in- en uitgeklapt. Verwijder
in dit geval sneeuw en ijs van de spiegel en en bedien de spiegel vervolgens met de
handmatige modus of beweeg de spiegel met de hand.
Koppeling van spiegelstand aan achteruitrijden